Gisteren ging ik op de stoep bij de winkel door mijn enkel. Ik slaakte en krachtterm, brak mijn val met struikelpassen en bleef overeind. Ik hield me even vast aan een hekje en besloot dat ik toch naar binnen zou gaan voor het pak melk waarvoor ik kwam. Bij de groente pakte ik me vast aan iets om even te staan. Een lieve medewerker kwam naar me toe:"Gaat het wel goed met u, ik zie u moeilijk lopen en nu staat u hier." Tranen schieten in mijn ogen. Ik leg uit wat er is gebeurd. Ze biedt aan dat ze me als ik dat wil wel even thuis kunnen brengen. Ik bedank voor het aanbod en zeg dat ik nog wel op de fiets thuis kan komen. Gesteund door deze warme aandacht lukt me dat ook.
Even stil staan
Thuis gekomen strompel ik naar de vriezer waar ik hoop een coldpack te vinden. Ook pak ik de tea tree balsem. Even later zit ik met enkel omhoog in het ijs met cappuccino op de bank. Ik bedenk me dat ik eergisteren ook al bijna uitgleed in de natte klei toen ik vanuit de kas liep. Ja, ik heb eergisteren houten frames in elkaar geschroefd in de kas. Die vormen nu twee vakken waar ik teelaarde in kan brengen. De rest ga ik bedekken met houtsnippers. Betekenen deze struikelpartijen dat ik even stil moet gaan staan nu? Ik zit nu in ieder geval op de bank ;-)
Ik kijk een filmpje over het omtoveren van gras in aarde om planten in te poten.
Het ingestorte huis
Vannacht droomde ik dat mijn huis instortte. Als een kaartenhuis. Alleen op zolder bleef nog een beschut plekje over. Ik baalde dat ik niet een warme trui had weten mee te nemen uit het huis. Ik wachtte met anderen op hulp, het was frisjes. Een beetje raar werd ik wakker.
Ik dacht aan het filmpje van gisteren en de boeken over het kweken van bloemen en groenten die ik de laatste tijd gelezen heb. Ze vertellen allemaal wijsheden, vaak afhankelijk van de leer die je aanhangt. Biologisch, ecologisch, permacultuur, gewoon of noem het maar. Ik merk dat het me een beetje onzeker maakt. Doe ik het wel goed?
Opeens moet ik denken aan mijn ervaring met het schilderen. Op school leer je hoe je bloemen, mensen en huisjes tekent. Ik was daar slecht in en heb mijzelf een inprenting gemaakt: "Ik kan niet tekenen of schilderen". Dit hield ik vol tot ik rond mijn 40e een kunstschilder tegenkwam die mij vertelde dat iedereen kan schilderen. Hij gaf me krijtjes en een tekenblok en daar ging ik. Ik deed maar wat. Hij vond het mooi en ik eigenlijk ook. Het smaakte naar meer. En zo begon het. Ik bleek te kunnen schilderen, als het maar niet moet op de manier waarop de meester vond dat je het moet doen. Al doende vond ik mijn eigen stijl. En dat is goed, ik word er blij van.
Zou dat met de tuin hetzelfde zijn? Is het niet zo dat elke grond anders is? Ik kan de grond wel zodanig proberen te bewerken dat er bepaalde bloemen kunnen groeien, maar kan ik niet beter in dialoog met de grond, de wind, de zon, de regen, dat wat er al is, kijken wat er kan? Al doende mijn eigen tuin ontdekken? Dat het op die manier een levenstuin wordt? Eigenlijk ben ik al zo begonnen, maar ik merk dat hoe meer ik lees over hoe anderen het doen, en hoe je het het beste kan doen, hoe minder ik weet. Ja, inspiratie is leuk. Maar ik geloof dat ik vooral een beetje moet blijven prutsen en vertrouwen op mijn intuïtie en de goede raad die me af en toe toegeworpen wordt. Meer niet.
Mijn huis staat weer! Mijn enkel valt mee. Ondertussen worden hier de dikke wilgenstammen tot brandhout gezaagd.
gedicht uit de dichtbundel: Laat het bos maar uithuilen, van Jan Kleefstra
Reactie plaatsen
Reacties